In onze eerste blog in deze driedelige serie over low-code applicaties gaven we al een duidelijk advies: gebruik bestaande, standaard business applicaties om jouw data in op te slaan en de primaire processen te ondersteunen. Ontwikkel vervolgens een set van low-code applicaties boven op deze bestaande systemen in je IT-landschap. In de tweede blog bespraken we een voorbeeld applicatielandschap uit de praktijk. Deze laatste blog uit de blogserie legt uit hoe je je bedrijf moet organiseren om deze flexibele, schaalbare en kosteneffectieve schil van low-code applicaties te ontwikkelen in jouw organisatie.
Dat zelf organiseren van low-code applicaties is makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe ontwikkel ik deze applicaties en welke competenties heb ik hiervoor nodig? Welke tooling heb ik nodig? En hoe zorg ik ervoor dat deze low-code applicaties wel meegaan in de verplichte releases van de business applicaties die ik heb in mijn organisatie? Deze drie vragen beantwoorden we in deze blog.
1 Wie gaat de applicaties ontwikkelen?
De verschillende low-code applicaties moeten eenmalig worden ontwikkeld. Maar wie gaat ze daarna onderhouden? En wat als je meer apps wilt ontwikkelen? De vraag waar vele ondernemingen voor staan bij de keuze voor low-code applicaties is: ga ik ze in-house of extern laten ontwikkelen?
Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van drie aspecten: tijd, kosten en vaardigheden van jouw mensen. Voor low-code hoef je niet meer te kunnen programmeren. Maar om goede applicaties te bouwen, moet je wel in ‘data kunnen denken’ en affiniteit met software hebben. Heb je zo iemand binnen boord? En dan is er nog de kwestie tijd. Hebben deze medewerkers extra tijd beschikbaar voor deze werkzaamheden? Dan heb je nog het kostenaspect. Extern laten ontwikkelen en onderhouden is duurder. Maar als je maar een paar applicaties hebt, ben je met het opleiden van je werknemer, hosten en alles wat daarbij komt kijken waarschijnlijk duurder uit dan wanneer je een bedrijf inhuurt.
2 Welke tooling heb ik nodig?
De markt voor platformen om low-code applicaties mee te ontwikkelen groeit enorm. Een aantal bekende namen zijn Microsoft PowerPlatform, Mendix en OutSystems. De verschillende platformen variëren enorm in prijzen, functionaliteit en complexiteit. Hoe weet je nou waarvoor te gaan?
Wat goed is om rekening mee te houden is dat de verschillende platformen op een as zitten qua complexiteit van de applicaties je ermee kunt bouwen: van simpele werkvloerappjes tot en met het zelf ontwikkelen van hele ERP-systemen. De prijzen zijn vaak ook afhankelijk van waar op de as deze systemen zitten. Welk platform bij jou past is dus afhankelijk van het type low-code applicaties dat je wilt ontwikkelen in jouw organisatie.
Complexe platformen zoals Mendix of Thinkwise, kan je niet zomaar zelf gebruiken. Wil je dit soort complexe systemen gebruiken, dan zal je een IT-partner nodig hebben. Gaat het om eenvoudigere applicaties, dan voldoet PowerPlatform en Zoho Creator en kan je het mogelijk wel zelf doen.
3 Hoe zorg ik ervoor dat de low-code applicaties niet afhankelijk zijn van releases van mijn business applicaties?
Een goede reden om low-code applicaties te ontwikkelen is dat je een flexibele schil hebt die makkelijk mee kan met verplichte releasewissels. In tegenstelling tot maatwerk, dat je belemmert bij elke release. Data-uitwisselingen tussen low-code applicaties en de business applicaties gaat vaak via zogeheten API’s. Dit zijn interfaces die ervoor zorgen dat applicaties met elkaar kunnen communiceren.
API’s worden meegeleverd met de business applicaties en onderhouden door de leverancier. Via deze API’s kan je informatie ophalen uit de systemen. Doordat de API’s worden onderhouden door de leverancier, kan je vaak de data uit het systeem blijven halen, ook na een releasewissel. Af en toe zullen er API’s aangepast worden en moet je misschien wat aanpassen in jouw low-code applicatie. Maar in het algemeen ben je niet afhankelijk van de interne veranderingen van de business applicaties. Door gebruik te maken van deze standaard API’s kan je gewoon door blijven werken met je low-code applicaties en nieuwe applicaties ontwikkelen, zonder dat bij elke releasewissel van een businessapplicatie je een hoop extra kosten en uren moet maken.
Wat is nu de beste keuze voor mij?
Het cliché-antwoord is altijd weer: dat is afhankelijk van je situatie. Maar het is wel sterk afhankelijk van twee aspecten. Zoals eerder genoemd, wil je echt een kritische bedrijfsapplicatie bouwen met een low-code platform, dan zou ik zeker een softwarepartner vinden. Echter zal ik niet snel adviseren om een kritische bedrijfsapplicatie te bouwen met low-code, omdat de datastructuren in bestaande business applicaties zo goed doordacht zijn voor een reden. Gebruik daarom liever standaard business applicaties.
Wat voornamelijk meespeelt is: wil je low-code applicaties een onderdeel van je langetermijnstrategie van jouw organisatie maken? Zie jij het voor je dat er regelmatig low-code applicaties in gebruik genomen gaan worden in je bedrijf? Zorg dan voor interne opleiding van medewerkers of probeer iemand aan te trekken. Heb je slechts behoefte aan een of enkele applicaties, dan raad ik aan een bedrijf in te huren dat deze applicaties voor jou ontwikkelt en onderhoudt. Ook wanneer je ervoor kiest het intern te gaan doen, kan het nuttig zijn om in het begin een bedrijf in te huren.. Zo kan jouw organisatie de kennis en ervaring opdoen of extra capaciteit krijgen.