ERP is tegenwoordig vaak niet onderwerp #1 op de IT-agenda van productiebedrijven. Veelal wordt het gezien als ‘al geregeld’ of ‘ingewikkeld, niet aanraken’. Echter, om concurrerend te blijven in het Industry 4.0 tijdperk kom je er niet om heen je processen zorgvuldig in te richten met krachtige ondersteuning van het ERP-systeem.
Het onderwerp ERP (Enterprise Resource Planning) vormt al sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw een deel van de agenda van maakbedrijven. Veel bedrijven hebben hun processen gestroomlijnd met een integrale ERP-bedrijfsapplicatie. Implementaties hebben een scala aan ervaringen opgeleverd, en niet altijd even positief. De afgelopen 15 jaar is het managen van de verdere levenscyclus van het ERP-systeem een onderwerp op de actielijst van de CIO en functionele lijnmanagers.
Op dit moment zien we een toename in aandacht voor de vraag hoe de volgende ERP-stap eruit moet komen te zien. ERP is immers nog steeds van wezenlijk belang voor het bedrijf. Gaan we meer voor niche oplossingen (best-of-breed), moeten we naar de cloud gaan en past het huidige systeem nog steeds bij onze eisen vanuit de business, zijn veel gestelde vragen.
Wat beweegt bedrijven om zich dit juist nu zo nadrukkelijk af te vragen? Allereerst is er de grootschalige ontwikkeling richting de cloud. Bedrijven willen niet langer de beslommeringen van ‘on premise’ systemen. Daarnaast zijn er vele business aanjagers. Bedrijven plannen bijvoorbeeld een majeure transformatie van een uniek product per klant benadering naar mass customization. Maar ook de introductie van robotica en virtual reality heeft forse impact op ERP. En laten we ook niet het toenemend belang van shop floor optimalisatie vergeten, vaak aangeduid als Manufacturing Execution Systems (MES).
Welke opties heeft een maakbedrijf om het ERP-systeem te verbeteren dat leidt tot een betere fit met de bedrijfsstrategie? De meest radicale manier is natuurlijk een nieuw systeem selecteren en invoeren. Deze variant komt soms in beeld wanneer het bestaande ERP-product of zijn leverancier ‘end-of-life’ geraakt. Maar de meest voorkomende redenen voor deze radicale weg is de mismatch tussen het DNA van het bedrijf en de kernstructuren van het bestaande ERP-systeem. De identiteit van een maakbedrijf zit in zijn DNA. Waar hebben we het dan over? Het gaat hier over de principiële eigenschappen van het product dat wordt geproduceerd, geleverd en onderhouden; welke invloed heeft de klant op het voortbrengingsproces en op de specificaties van het product. En ook van belang zijn de kernkarakteristieken van de productiesystemen. Vaak zijn bedrijven zich niet bewust van deze wezenlijke noodzaak van de matching van het eigen DNA met de dieperliggende ERP-structuren.
De tweede optie is het verbeteren van wat je hebt. Het bedrijf moet in detail de eigenschappen van de huidige en toekomstige business begrijpen. Deze worden vertaald naar ‘key requirements’ voor het systeem. Het omvangrijke proces van het bottom-up verzamelen van de kenmerken, eisen en verwachtingen vanuit de business tot aan de nieuwe setup van het ERP-systeem moet effectief worden ondersteund door de juiste aanpak en tools. Tenslotte zullen deze belangrijkste eisen moeten worden vergeleken met de functionele en technische mogelijkheden van actuele versies van het bestaande ERP-platform. De uitkomst leidt tot een afweging van mogelijkheden. Zo kan het systeem opnieuw worden geconfigureerd, additionele modules worden betrokken, slimmere integraties of interfaces worden gebouwd, of een releasewissel worden gepland.